De Britse Brexit-regering onder leiding van premier Theresa May overschat de welwillendheid van Duitsland. De commerciële belangen van Berlijn in het Verenigd Koninkrijk wegen minder zwaar dan de Europese eenheid.
Dat betoogt economisch expert Michael Hüther in een interview met de Duitse krant Frankfurter Allgemeine. Volgens Hüther, directeur van het Institut der deutschen Wirtschaft in Keulen, zal Duitsland de prioriteit leggen bij de langtermijnbelangen van de Europese Unie. Dit ten faveure van de Duits-Britse handelsrelatie.
“De EU moet in de onderhandelingen een compromisloze houding aannemen, voor haar eigen bestwil. Dit is een existentiële kwestie voor de EU. Als deze onderhandelingen mislopen, staat de toekomst van de hele EU op het spel.”
Belang bij soepel afscheid
Londen gelooft dat Duitsland de handel met het Verenigd Koninkrijk niet kan missen en dat een ‘harde’ Brexit ook de rest van de EU schaadt. De Duitsers zouden in de ogen van May dus zowel direct als indirect belang hebben bij een soepel afscheid uit de unie. Ook voor een hoop andere lidstaten geldt dat ze meer exporteren naar de Britten dan dat ze terugkopen.
May kondigde eerder aan dat ze voor eind maart de onderhandelingen formeel wil starten.
De Britse overheid moet nog de knoop doorhakken - publiekelijk althans - over de te volgen Brexit-koers. Hoe de onderhandelingen eruit komen te zien met de overgebleven 27 lidstaten, is dus verre van duidelijk, maar staatsecretaris voor Energie en Industie Greg Clark liet dit weekend doorschemeren dat de Britten toegang willen houden tot de vrije markt.
Aan de andere zijde hebben meerdere EU-functionarissen en lidstaten al gemeld dat de Britten geen toegang tot hun markt hoeven te verwachten als Londen het vrije verkeer van personen, diensten en goederen aan banden wil leggen.
'Begin van het einde'
Hüther is een medestander van leiders als Angela Merkel en François Hollande: "Het zou het begin van het einde betekenen, als de Europese politiek een zó cruciaal grondbeginsel zoals het vrije verkeer, op zou geven." Plus de econoom ziet er een grote precedentwerking vanuit gaan. "Het zou een uitnodiging zijn aan andere lidstaten om zelf uit te treden en vervolgens een uitzonderingspositie te forceren.
De Duitse belangen zijn daarmee helder: de totale ineenstorting van de EU heeft een veel grotere invloed op Duitsland dan één handelspartner minder. Bovendien geldt dat voor alle overgebleven EU-landen. "De Britten verliezen toegang tot de markten van 27 landen, de rest verliest slechts één handelspartner." De cijfers geven Hüther gelijk. Waar de EU-landen maar voor 4 procent van hun gecombineerde BBP aan de Britten te danken hebben, is dat omgekeerd 12 procent.
"Inderdaad, de EU moet ingrijpend hervormd worden, maar de eenheidsmarkt is een succesverhaal van Europese integratie. Deze prestatie moeten we niet ondermijnen door het Verenigd Koninkrijk een uitzonderingspositie te geven."